Remtechnieken bij racefietsen: alles wat je moet weten voor gecontroleerd en veilig afremmen

Remmen lijkt in eerste instantie simpel: je trekt aan de remhendel en vertraagt je fiets. Toch is er bij racefietsen meer aan de hand. Of je nu met velgremmen of schijfremmen rijdt, goed remmen vereist vaardigheid, timing en de juiste techniek. In dit artikel leer je hoe je effectief en gecontroleerd remt, zowel in rechte lijnen als in bochten, en welke factoren invloed hebben op je remvermogen.


1. Soorten remsystemen op racefietsen

  1. Velgremmen (Caliper brakes)
    • Eigenschappen: De remblokjes klemmen tegen de velg. Dit is licht en traditioneel.
    • Voordelen: Lagere kosten, eenvoudig te onderhouden.
    • Nadelen: In nat weer minder remkracht, slijtage van de velg op lange termijn.
  2. Schijfremmen (Disc brakes)
    • Eigenschappen: De remklauwen grijpen een schijf bij de naaf.
    • Voordelen: Sterke remkracht onder alle weersomstandigheden, minder slijtage aan de velg.
    • Nadelen: Iets zwaarder systeem, hogere prijs, complexere afstelling (hydraulisch of mechanisch).

Welke remmen je ook hebt, de basistechniek blijft grotendeels hetzelfde: de remkracht gelijkmatig doseren en anticiperen op wat er voor je gebeurt.


2. Remhouding en lichaamspositie

  1. Zitpositie
    • Houd je handen in de beugel of boven op de shifters (afhankelijk van de situatie).
    • In de onderbeugel krijg je meer controle bij hoge snelheden of tijdens afdalingen.
  2. Gewichtsverdeling
    • Zodra je remt, verplaatst je lichaamsgewicht naar voren.
    • Verplaats in steile afdalingen je gewicht iets naar achteren (billen richting het zadel of zelfs daarachter) om te voorkomen dat je voorwiel teveel belast wordt.
  3. Ontspanning
    • Knijp niet krampachtig in het stuur. Houd armen en schouders licht gebogen en ontspannen, zodat je fiets niet plots kan wegschieten bij hobbels of klappen.

3. Welke rem gebruik je wanneer?

  1. Voorrem voor de meeste remkracht
    • Tot wel 70–80% van je totale remkracht komt van je voorrem.
    • Doe dit geleidelijk om niet te blokkeren en over het stuur te gaan.
  2. Achterrem voor stabiliteit en dosering
    • Gebruik de achterrem om je snelheid subtiel te regelen, vooral bij gladde omstandigheden.
    • De achterband kan sneller blokkeren als je te hard in de rem knijpt, wat een slip kan veroorzaken.
  3. Gelijke druk of juist niet?
    • In rechte lijn en met goede grip op de weg: je kunt iets meer kracht op de voorrem zetten.
    • In bochten of bij nat weer: de achterrem wat eerder en iets minder agressief op de voorrem om wegglijden te voorkomen.

4. Remmen in bochten

  1. Afremmen vóór de bocht
    • De grootste fout is te laat remmen in de bocht, waardoor je voorwiel kan blokkeren en je wegglijdt.
    • Zorg dus dat je snelheid al verlaagt vóór je de bocht ingaat.
  2. Kijk waar je naartoe wilt
    • Richt je blik naar de uitrijlijn van de bocht, niet naar de rand van de weg of de grindstrook. Je lichaam volgt automatisch je blik.
  3. Stabiliteit tijdens de bocht
    • Houd je binnenste pedaal omhoog, je buitenste pedaal omlaag met druk erop voor extra balans.
    • Remmen tijdens de bocht doe je het liefst subtiel, en bij voorkeur met de achterrem.

5. Tips voor veilig (hard) afdalen

  1. Anticipeer op lange afdalingen
    • Laat je snelheid niet onnodig te hoog oplopen als je niet bekend bent met de weg.
    • Bij velgremmen: vermijd ‘continu’ remmen om oververhitting van de velg te voorkomen. Rem pulserend (knijp-los-knijp-los) bij lange afdalingen.
  2. Wees alert op wegdeksituaties
    • Denk aan steenslag, natte plekken, natte bladeren of ongelijkheden in het asfalt.
    • Pas je remgebruik aan om slippen te voorkomen.
  3. Korte, gedoseerde remimpulsen
    • Liever meerdere keren even knijpen dan één lange, harde remactie. Dit voorkomt blokkeren van de wielen en geeft een betere controle.

6. Veelgemaakte fouten

  1. Alleen achterrem gebruiken
    • Je hebt dan niet voldoende remkracht in noodgevallen en kunt in een slip raken. De voorrem is essentieel voor vertraging.
  2. Te plotseling remmen
    • Resultaat: kettingreactie van schokken in het stuur en mogelijk blokkeren van het voorwiel. Bouw de remdruk op.
  3. Te veel remmen in de bocht
    • Remmen is het meest effectief in een rechte lijn. In de bocht is je grip (en stabiliteit) grotendeels nodig om te sturen.
  4. Geen rekening houden met nat wegdek
    • Remweg wordt langer, de kans op slippen groter. Begin eerder en voorzichtig met remmen bij regen.

7. Onderhoud voor betere remprestaties

  1. Remblokjes of -pads checken
    • Versleten blokjes bieden minder remkracht. Vervang ze tijdig.
    • Bij velgremmen: check ook of je velg niet te ver is ingesleten.
  2. Kabels en hydraulisch systeem
    • Bij mechanische (kabel)remmen: houd de kabels schoon en goed gesmeerd, stel de remspanning op tijd bij.
    • Bij hydraulische schijfremmen: ververs de remolie volgens voorschrift en laat de remmen eventueel ontluchten als ze sponzig aanvoelen.
  3. Schijf en blokjes schoon
    • Remblokken en schijven kunnen vervuild raken door olie of stof. Reinig ze met een specifieke (rem)reiniger om piepen en verminderde remkracht te voorkomen.

8. Samenvatting

Effectief remmen op een racefiets vraagt beheersing, timing en onderhoud.

  • Anticipeer op situaties, rem voldoende vóór bochten en in een rechte lijn.
  • Verdeel je remdruk over voor- en achterrem, met iets meer focus op de voorrem voor maximale remkracht.
  • Houd je fiets (en remmen) goed onderhouden: check remblokjes, kabels (of hydraulische leidingen) en let op vervuiling.
  • Pas je lichaamspositie aan tijdens afdalingen en blijf kalm, zodat je gecontroleerd en veilig kunt stoppen of bijsturen wanneer dat nodig is.

Met deze technieken en tips blijf je in elke situatie de baas over je fiets. Zo kun je je volle aandacht richten op wat écht leuk is: het rijden zelf en het genieten van de snelheid!